brontekst van voorbeeldvertaling - klik op Engelse vlag voor Engelse vertaling
Uit het boek Geboorte van een Moeder
van Daphne Deckers
Wanneer het één zaadcelletje is gelukt om door het omhulsel van je eicel te dringen, gaat meteen de deur op slot. De rest heeft pech. Dit gegeven leidde tot de beroemde uitspraak van Woody Allen dat eigenlijk ieder mens een winnaar is, omdat hij al honderden miljoenen anderen heeft moeten verslaan om überhaupt geboren te worden. Dat heb ik altijd een leuke gedachte gevonden. Iedere moeder is toch al van mening dat haar kind het meest bijzondere mensje is dat zich ooit op aarde heeft gemanifesteerd. En dat oergevoel blijkt nu terecht. De genetische combinaties waren immers ontelbaar en de concurrentie was moordend, maar het is precies deze baby geworden. Je zou bijna denken dat het allemaal geen toeval is, maar dat er een hogere bedoeling achter steekt. In het prille begin van mijn zwangerschap had ik dan ook van die romantische visioenen dat dit kindje uit een universum van mogelijkheden speciaal ons had gekozen. Toen ik ’n paar weken later brakend boven de wc hing, was er van dat mystieke gevoel weinig meer over. Maar zover was het gelukkig nog niet. Voorlopig liep ik nog met mijn hoofd in een donzige roze wolk. Veel te vroeg hing ik bij mijn huisarts aan de lijn. ‘Ik kom eraan!’ had ik apetrots geroepen, met de zwangerschapstest nog nadruppend in mijn hand. ‘Gefeliciteerd,’ zei de assistente, ‘bel volgende maand nog maar eens terug.’ Ik schoot in de lach. Wat had ik nou verwacht? Dat de dokter mij met de fanfare zou komen ophalen? Tien à twintig procent van alle nieuwe zwangerschappen blijkt in de eerste drie maanden te sneuvelen. Laat ik die eerst maar eens doorkomen, dacht ik bij mezelf.
En dus zweefde ik vol goede moed naar de boekwinkel en nam daar voor het gemak het hele plankje ‘zwangerschap’ mee. Dat heb ik geweten. Wat je allemaal wel niet kunt krijgen! Toxoplasmose. Listeriose. Zwangerschapsvergiftiging. Bekkeninstabiliteit. Stuitligging. Postnatale depressie. En dat nog los van alle ‘normale’ kwaaltjes als misselijkheid, verstopping, kramp, maagzuur, striae, spataderen en aambeien. Toen Richard thuiskwam uit Amerika moest hij erg lachen om alle onheilslijstjes op de koelkast. Míj was het lachen inmiddels behoorlijk vergaan. Ik zag overal alleen nog maar de dreiging van ongewassen sla, rood vlees, blauwe kaas en rauwe eieren. Voor mannen is het toch anders. In míjn lijf gebeurde het allemaal en ik wilde natuurlijk niets verkeerd doen. Bij onze favoriete Japanner zat ik dan ook stug de andere kant op te kijken wanneer Richard zich weer eens vergreep aan die heerlijke rauwe zalm. De chef-kok probeerde mij telkens ervan te overtuigen dat zwangere vrouwen in Japan ook gewoon sushi en sashimi aten, maar ik was niet te vermurwen. De angst voor een vroeggeboorte of hersenbeschadiging zat er bij mij goed ingeramd. Toen werd er maar ’n speciale ‘Daphne-rol’ voor me gecreëerd van flinterdunne komkommer met krab en avocado. Inmiddels heb ik mijn tweede zwangerschap alweer achter de rug, en weet ik dat je geen acute miskraam krijgt van ’n stukje camembert. Sterker nog, het listeriosegevaar geldt alleen voor rauwmelkse kazen, die zijn gemaakt van ongepasteuriseerde melk. En die zijn in Nederland bijna niet te krijgen. Voor de zekerheid kun je natuurlijk altijd even op het etiket kijken. Het kan uiteraard geen kwaad voorzichtig te zijn. Rauw vlees of rauwe vis heb ik ook de tweede keer niet gegeten. Maar ik heb ook niet meer wakker gelegen van een mogelijke overdosis vitamine A door die ene boterham met smeerworst.
Mijn oma Mien is begin jaren veertig zes keer bevallen van een gezond kind. (De dokter moest hierbij overigens steeds van onder een laken voelen hoe de vlag erbij hing. Zelfs het ‘knipje’ werd op de tast gezet!) In die karige tijd at oma’s gezin meestal aardappelpuree met appelmoes, met één keer in de week de luxe van ’n stukje vlees. Blijkbaar kan een ongeboren kind een hoop hebben, al is het goed dat er tegenwoordig wat meer richtlijnen èn mogelijkheden zijn. Ik heb geprobeerd zo gezond en gevarieerd mogelijk te eten. Daarnaast heb ik trouw mijn foliumzuur geslikt tegen het open ruggetje en ben ik röntgenfoto’s en medicijnen uit de weg gegaan. Maar toen ik in een restaurant wéér zat te kniezen over de mogelijke roodheid van de steak en de eventuele gorgonzola in de kaassaus, was Richard het zat. Hij zei: ‘Daf, zwangerschap is een tijd van blijde verwachting en niet van angstige afwachting. In hemelsnaam: eet.’ En hij had gelijk. Er zijn maar drie dingen écht uit den boze: roken, drugs en drinken. Dat was makkelijk, want ik heb nog nooit in mijn leven ’n glas alcohol gedronken. (Hoewel – dat is niet helemaal waar. Ik heb ooit één glas champagne gedronken op het galabal na Richards Wimbledon-overwinning. Toen had ik de hele avond het gevoel dat iemand mij met een hamer op mijn hoofd had geslagen.) Daarnaast heb ik nooit gerookt en over drugs hoef ik het al helemaal niet te hebben. Maar van vriendinnen die wel roken, heb ik begrepen hoe ontzettend moeilijk het kan zijn dat pakje sigaretten dicht te laten. Je moet maar zo denken: jíj hebt een keuze, je baby niet.